Amos 8, 4-6.9-12

Amos 8, 4-6.9-12: Het woord van God vindt men niet

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1466-1467)

God, de Heer, zegt: ‘Luister goed, Israëlieten! Jullie doen arme mensen kwaad, mensen die zich niet kunnen verdedigen.
Jullie zeggen: ‘Wanneer is deze feestdag voorbij? Dan kunnen we weer geld verdienen. Is de sabbat nu nog niet afgelopen? Dan kunnen we weer graan gaan verkopen.’ Jullie vragen te veel geld. Jullie gebruiken oneerlijke gewichten. Jullie verkopen slecht graan. En jullie laten arme mensen als slaven werken voor een klein beetje geld, of voor een paar schoenen. (…)

God, de Heer, zegt: ‘Als die dag komt, laat ik midden op de dag de zon ondergaan. Dan wordt het overal donker. Dan maak ik van elk feest een begrafenis. Ik verander vrolijke liedjes in droevige liedjes. Van verdriet lopen jullie dan rond in donkere kleren en met kaalgeschoren hoofden. Jullie zullen net zo verdrietig zijn als iemand die zijn enige kind verloren heeft.
Zo zal die dag eindigen, vol verdriet.’

God, de Heer, zegt: ‘Er komen dagen dat alle mensen in het land honger en dorst hebben. Niet omdat de mensen verlangen naar brood en water, maar omdat ze verlangen naar mijn woorden. Overal zullen ze op zoek gaan naar mijn woorden. Ze lopen van het zuiden naar het westen, en van het noorden naar het oosten. Overal zoeken ze mijn woorden, maar ze vinden die niet.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Luister even!
Jullie die valstrikken spannen voor de armen,
om hen te kunnen uitroeien.
Jullie die zich afvragen:
‘Wanneer zijn de feesten voorbij?
... dan kunnen we ons koren verkopen!
Wanneer is de sabbat gedaan?
... dan kunnen we ons graan uitstallen!
Dan verkleinen we de maten
en vergroten we de gewichten om geld te wegen
en gebruiken we een vervalste weegschaal. (…)

Op die dag, zo zegt God,
laat Ik de zon ondergaan op de middag,
verduister Ik de aarde op klaarlichte dag.
Dan verander Ik jullie feesten in rouw
en jullie liederen in weeklachten.
Ik doe iedereen rouwklederen om
en alle hoofden scheer Ik kaal.
Ik laat het land rouwen als over een enig kind.
De laatste dag van dit land zal bitter zijn.
Zie, de dag komt, zo zegt God,
dat Ik honger breng in het land,
geen honger naar brood, geen dorst naar water,
maar honger en dorst naar het woord van God.
Dan zullen ze zwerven van zee naar zee,
dwalen van het noorden naar het oosten
overal op zoek naar het woord van God,
maar ze zullen het niet vinden.



Stilstaan bij ...

Sabbat
Hebreeuws woord dat vermoedelijk ‘zevende dag’ betekent.
Bij de joden is dit de zevende dag van de week, dé dag om dankbaar te zijn om wat God geschapen heeft. Omdat die dag aan God gewijd was, mochten/mogen de joden op sabbat niet werken. Deze verplichting werd in meer dan 360 wetten omschreven.

Vervalste weegschaal
Voor de Babylonische ballingschap werden geen geslagen munten gebruikt, maar stukken metaal - meestal zilver - die werden afgewogen. Door zwaardere gewichten te gebruiken bij het wegen wilde men de hoeveelheid van dat metaal verhogen.





Bij de tekst

Betekenis

De profeet Amos heeft veel kritiek op rijken die gewone mensen bedriegen en uitbuiten, zodat die nog meer arm worden en in schulden raken. Dit past niet bij een volk dat zich het volk van God noemt.





Suggestie

Jongeren

VERDIEPEN

De kijk van Fano


Fano 25c


- Beschrijf wat je op de illustratie ziet.

De illustratie valt uiteen in twee delen:
LINKS
Een man die het geld aanbidt en met zijn handen aan het altaar ervoor gebonden is.
RECHTS
Een man (een arme) die geruggesteund door God die de ruimte weggaat.


- Amos gaat in deze eerste lezing dieper in op de manier waarop mensen aan ‘geld gebonden zijn’, ‘geld dienen’. Noteer ze.

. Korenmaat verkleinen
. Hogere prijs aanrekenen
. Vervalste weegschaal gebruiken


- Herschrijf de tekst van Amos. Ga er nu van uit dat mensen het geld niet langer meer ‘dienen’, maar gebruiken om te realiseren wat God voor de mensen droomt.





Overweging

A. Lameire

Niet als profeet geboren (2018)

De profeet Amos die we vandaag aan het woord horen, werd niet als profeet geboren. Nee, hij was een keuterboerke die het aan de rand van de woestijn moest rooien met de kweek van zijn schapen en de opbrengst van enkele vijgenbomen. De glorietijd van koning David was lang voorbij en het land was uiteengevallen in een Noord- en een Zuidrijk. We tellen de 8ste eeuw voor Christus.
Het vruchtbare Noordrijk, Israël, was rijk en het schrale Zuidrijk, Juda, was arm... en net daar woonde Amos.
Hij wist maar al te goed hoe het er in het Noordrijk aan toe ging. Rijken werden almaar rijker en armen almaar armer. De heersende klasse leefde op kap van de geringen; handelaars op de markten gebruikten onrechtvaardige praktijken: weegschalen werden vervalst, stenen gewichten uitgehold en lichter gemaakt en bloem om te bakken werd met krijt vermengd. Het is niet denkbeeldig dat Amos dit zelf aan den lijve had ondervonden toen hij de wol van zijn schapen en de vijgen van zijn boom op de markten van het noorden aan de man wou brengen.
Waar en wanneer precies die Amos tot profeet werd geroepen weten we niet maar de eerste lezing laat over die roeping geen twijfel bestaan waar hij zelf zegt: ‘De Heer heeft mij achter mijn beesten weggehaald en het is de Heer die mij gezegd heeft: Trek als profeet naar mijn volk Israël.’
En zo ontmoeten we hem vandaag als profeet in het Noorden, in het heiligdom Betel dat eigendom was van de koning en waar de priester Amasja de lakens uitdeelde. Die nam het niet dat Amos vanuit het Zuidrijk hier in het Noordrijk rijken de les kwam lezen. Die Amos beantwoordde helemaal niet aan het beeld van een profeet dat men daar voor ogen had. Hij was geen betaalde beroepspredikant zoals koning Jerobeam die daar in dienst had. Hij praatte niet naar de mond van de koning maar voorspelde dat diens rijk, omwille van al het onrecht dat daar geschiedde, ten onder zou gaan. Dus werd Amos uit de koninklijke galerijen weggejaagd: 'Ziener, maak dat je wegkomt!'
Maar wat Amos had voorspeld, werd 30 jaar later werkelijkheid. Israël werd door Assyrië overwonnen en diens inwoners gevankelijk weggevoerd.
En Amos zelf? Een joodse legende vertelt dat de profeet met ezel en al in een ravijn werd gestort.